We liepen langs de wilgenrij, tenminste, wat er van over is: alle wilgen waren gekapt. Het bleek dat ze zo oud zijn dat ze bij een beetje storm omwaaien en een gevaar voor de boerderijen vormen. Wel een zielig gezicht, al dat liggende hout.
Bij Jan en Gerrie werden we weer vriendelijk onthaald en we hebben weer gezellig gepraat en geluisterd naar de jachtverhalen. Na afloop schepten we onze rugzakken vol met reerug, haas, worst en lever. Gerrie keek ervan op, het stak namelijk buiten de rugzak uit, het leek haar erg zwaar. Maar ik vond het wel meevallen, en ook mijn voet deed het goed, zelfs met deze belasting. Zo kwamen we met het busje aan in Twello, waar we nog even moesten wachten voor elk zijns en haars weegs ging.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten