Boeken deze week:
John Cleese, Kortom. Autobiografie van John Cleese. Hij beschrijft daarin hoe hij als onzeker en saai manspersoon langzaam via de lach komt tot waar hij echt goed in is. Ook de biografie is saai en onzeker. Het doet je begrijpen waarom dit ouderskindje zo lang in therapie is geweest. Het had een hilarisch verhaal over zijn zo te lezen knettergekke moeder kunnen zijn geweest, maar de verering die hij voor haar heeft tegelijk met afkeer, is bepaald niet komisch. Een hemelsbreed verschil tussen zijn publieke en privé personage. Dat is dan wel weer interessant.
Nina Blom, Je bent een verschrikkelijk kind. Een diep treurig verhaal over het slachtoffer (ik kan het niet anders noemen, ook al noemen ze tegenwoordig iemand al slachtoffer als ie een kop koffie over zich heen krijgt) van een moeder en vader - in die volgorde - die haar ziek maken voor eigen genot en aandacht, een echte Münchhausen by proxy. De valse streken waarmee de moeder haar dochter allerlei onderzoek doet ondergaan, onderzoek en behandeling saboteert, regelrecht aanslagen doet op de gezondheid van haar dochter en helemaal in katzwijm ligt als dokters en verpleegster haar aandacht geven of wanneer ze operatiewonden bij haar dochter of andere ziekenhuispatiënten mag bekijken; walgelijk,grotesk. Uiteindelijk gaat die vrouw zover dat ze haar dochter dood wenst, en het kind zover probeert te krijgen dat ze dat zelf uitvoert. Dat dat bestaat, vreselijk. De kracht van de dochter is dat ze uiteindelijk opkrabbelt, een zelf blijkt te hebben. Maar dan is ze de 30 al gepasseerd en al jaren het huis uit. Daar heb ik zo mee te doen,
Dante Alighieri, Het Nieuwe Leven. Een taai jeugdwerk van hem waarin hij zijn ontmoeting met Beatrice beschrijft, op hun beider 9e jaar, en op hun beider 18e jaar. Twee keer maar, dat was alles. Het is een behoorlijk geëxalteerd boekje, dat teruggrijpt op de ridderlijke cultuur van de net aan hun eind komende middeleeuwen. Maar het wordt gelardeerd door zijn gedichten, en die zijn mooi. Ze zijn niet zozeer een lofzang op de geliefde Vrouwe, zoals in die riddertijd, maar een aanbidding die meer geworteld lijkt in wereldse beschouwing, gesublimeerde Liefde die eigenlijk wel vrij wil zijn. Die vrijheid lijkt hij te vinden na de dood van Beatrice, wanneer zij hem geen aardse beperkingen meer doet opleggen, buiten zijn wil om. Nu kan hij haar in een religieuze extase aanbidden. Fijn op een afstand.Vanavond komt Douwe gezellig een borreltje drinken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten