|
Abutilon, spreek op zijn Spaans uit |
Een grote naam voor een klein zakje: de
Tuinen van Weldadigheid. In het zakje zitten stoksperziebonen. En het is mei, joechei, dus de hoogste tijd om deze bonen eens in de grond te zetten. Daartoe heb ik eerst de rubbertjes gesneden die ik nodig had om de stokken te schoren, ik heb ze door het gaatje gestoken en vervolgens met rubbertje in de schutting gedraaid. Het ei van Columbus! Toen kon ik gaan planten. Alle 41 bonen hebben een plek gekregen, bij elke stok 3 bonen, twee stokken kregen er 4 ipv 3. Rara hoeveel stokken heb ik? En hoe heette de chauffeur.
Ook een paar bietenplantjes gingen erin. Die had ik aan de rand van de IJssel te koop zien staan op een rekje, en meteen een paar meegenomen. Ik was namelijk op weg naar de boer met de kersverse eitjes, die van Columbus natuurlijk, want ze raakten op. Op de terugweg reed ik door het dorp en zag daar een Aboe plant. Aboe-tilon, om precies te zijn, dus die ging ook mee en staat nu te pronken in het bloemgedeelte. In de buurt van de elvenbloem.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten