Een vlaag van inspiratie woei deze week door Wijhe. Eerder had ik al zitten werken aan 'Thracisch I', een gedicht dat flink opschoot richting Lied maar bij het eind haperde het en moest ik het weg leggen, zoals zo vaak gebeurt, in afwachting van ideeën. Daarom had ik het volgende gedicht ter hand genomen en wel 'Autogram', net als het vorige van de hand van Ida Gerhardt. Het gedicht trof mij door de ingekeerde, persoonlijke behandeling van het thema. Gerhardt spreekt tegen haar eigen handtekening, en bedenkt hoe dit personage in haar leven tot stand is gekomen. Dan keert ze terug naar de handeling waarom ze aan die handtekening denkt: er moet iets worden getekend. Dat gaat niet zonder angst of beven. Iets zal definitief worden, waarvan de consequenties nog niet allemaal kunnen worden overzien. Even zoekt ze steun bij haar Herder, wil ze hopen dat haar motieven om deze verplichting aan te gaan zuiver zijn; maar dan recht ze de rug, ademt eens diep, en tekent. Dit alles in een paar regels op ingenieus rijm.
AUTOGRAM
ik zet u neer:
weerhaak en kerf,
penkras en nerf.
Code van eer.
In tegenweer
- zwaard tegen zwaard,
aard tegen aard -
werd gij gewet.
als ik signeer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten