De jonge Paddy had het briljante idee om van Hoek van Holland naar Constantinopel te wandelen. Hij was 18 jaar, toen hij vertrok. Het was ook nog een midden in de winter; nice weather for young ducks, zei de taxichauffeur toen hij uit Londen vertrok, want het goot. Aan de overkant, vanaf Hoek van Holland, is het al sneeuw en storm wat de klok slaat, de hele wandeling tot in Hongarije. Maar overal werd hij warm ontvangen. Het is ook een ongelooflijk charmante jonge vent geweest. Eentje met een behoorlijke ondergrond van kennis van de oudheid - ook al was hij van school gegaan vlak voor deze wandeltocht. Zijn liefde voor taal heeft hij altijd behouden. Toen hij het boek schreef, was hij een stuk ouder maar de jonge Fermor wordt er wel goed in beschreven. Een knul zonder levenservaring, met een geweldig optimisme en nieuwsgierigheid en niet te beroerd om de handen uit de mouwen te steken waar dat nodig was. Zo kruist hij door het net-aan-Hitler-Duitsland in 1933 en 1934. Hij komt via allervriendelijkste personen die hij onderweg ontmoet, in aanraking met alweer zulke vriendelijke mensen. Hij maakt tegenslag mee: door zijn al te regelmatige, al te grote alcoholconsumptie raakt hij zijn aantekeningen en spullen kwijt. Dan komt hij aan de kost op dezelfde manier als Hitler toen die zo oud was als hij, en in dezelfde stad Wenen: hij gaat schetsen maken van mensen, die hij voor 2 of 3 schilling aan ze verkoopt.
Dit is een waargebeurd jongensverhaal en dat maakt het zo bijzonder om te lezen. Daar komt bij dat het Duitsland van net voor de oorlog door hem met open blik wordt bekeken. Wat is dat land ver gezonken in de jaren daarna, hij maakte juist zoveel goeds mee.
De vraag die zich voordoet is of een Amerikaan vandaag de dag dit proza zou kunnen lezen. Leigh Fermor schildert alles wat hij ziet in overmatig rijke taal, rococo of Stile Galante eerder dan barok. Hij legt kleine details vast, laat de lezer door zijn ogen meezien in kerken, bij schilderijen, in de verschillende kastelen waar hij mocht logeren. Ook breit de volwassen schrijver er uitgebreid geschiedenis in, die hij als jonge zwerver gedeeltelijk heeft meegekregen van de gastheren die hij bezocht. Daar zaten veel ontwikkelde mensen tussen. Via die mensen sprong hij telkens naar de volgende ervaring, zonder dat hij de eenvoudige lieden naast zich neer legde. Gefascineerd bleef hij door de Landsknechte, de Duitse ridders in de vroege Middeleeuwen, en ook door Shakespeare die in zijn toneelstukken naar de Habsburgse gebiedsdelen verwees. Zo dichtte hij Bohemen een kust toe - en zie, ooit, in een periode van 13 jaar, had Bohemen een kust, namelijk bij Dalmatië. Na een loflied op Wenen volgt een loflied op Praag, en dan trekt hij langzaam het eerste boek uit via Slovakije en Hongarije.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten