Volgers

maandag 24 juni 2019

Heet

Na alle hectiek van de afgelopen dagen wilde ik wel een dagje rust. Dus in de hitte van de dag heb ik wat gerommeld in de tuin, de plantjes van de buurvrouw water gegeven en ja, ook ben ik op en neer gefietst naar Utrecht, voor het passepartout voor de open tuinendag komend weekend. Dan heb ik meteen mijn fitness voor vandaag gedaan. Op de HKU wordt een examen zang gehouden, maar na enig beraad heb ik besloten om niet te gaan. Het moet een keer genoeg met de zang zijn. In de komende weken zijn er nog trombone-, fluit-, klarinetexamens en laat ik die nou maar eens gaan beluisteren. De smaak moet ook een beetje opgerekt worden. Dat geeft me vanavond gelegenheid om weer iets verder te komen in De Vijand voor de Poort.

Beide rijken, het Ottomaanse en het Habsburgse, claimden in de 16e eeuw de keizerskroon van Rome, jazeker, ook de sultan. Zijn voorvader had tenslotte Constantinopel veroverd. Beide rijken waren de oudste in Europa, ja ook het Ottomaanse want de Balkan en grote delen van Polen waren onder die heerschappij. Beide rijken waren daar trots op, en hechtten een groot belang aan rituelen en tradities die hun volgroeide staat symboliseerden.
Maar Istanbul was rijk, efficiënt en centraal met gezag bekleed. Het rijk kon met enkele vingerknippen een enorm leger oproepen, een gedisciplineerd en geoefend leger. Het leger was uitstekend geïnformeerd over de vijand door de vele verkenners. De sultan kon zijn seraskier ofwel veldheer totaal gezag over het leger geven, totale verantwoordelijkheid bij hem leggen, terwijl hijzelf alleen bij overwinning vooraan stond. Bij verlies droeg de seraskier de verantwoordelijkheid.
Habsburg was versnipperd, het centrale gezag stelde niet echt veel voor wat oorlog betreft, Leopold gaf zijn bevel niet uit handen terwijl hij geen talent had voor militaire zaken. Bovendien was zijn echt begenadigde generaal overleden, en werd hij omringd door vleiers en statusjagers. Daardoor had hij vrijwel geen inzicht in de kracht en de bewegingen van de vijand. Verder werd Habsburg ook nog eens vanuit Frankrijk belaagd, en intern had mismanagement geleid tot grote ontevredenheid bij de Hongaren, op wie hij dus ook al niet meer kon rekenen. Tot overmaat van ramp was Leopold armlastig en kon hij geen staand leger betalen. Kortom, het zag er niet best uit voor de Christenen toen de Turken begonnen op te rukken. Sterker nog, ze hadden het helemaal niet door tot de Tartaren en Janitsaren al voorbij de een-na-laatste verdedigingslinie waren opgetrokken.
En Wenen was gammel. De muren waren van wrakhout. Leopold besloot de Habsburg dynastie te redden (alleen hij en twee zoontjes waren nog over) en vluchtte. 60.000 anderen vluchtten toen ook. Die werden aangevuld door mensen van het platteland die naar Wenen vluchtten. Daar werd in aller ijl een goede architect aangetrokken, en man, vrouw en kwee werkten een week lang dag en nacht aan de verdedigingswerken. Toen werden de stofwolken van de vijandelijke paarden zichtbaar bij de rivier de Wien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten