Deze vrijdag mocht ik mij weer presenteren in het gebouw van de opera in Amsterdam: Upload, van Michel van der Aa werd opgevoerd. De zaal was stampvol. De recensies waren uitstekend. Het verbaasde me dan ook erg dat ik al na een minuut of 15 met kromme tenen in mijn stoel zat. Wat een vertoning. Het grootste deel van de 'opera' was een soort nep-documentaire, een film, alleen gesproken dus, ook zonder muzikale begeleiding. Het onderwerp was de geüploade geest van een vader, en de dochter die dat maar niks vond. De film ging over de kliniek die dat allemaal deed. Afgezien van de knulligheid van de beelden van de technische kant - Netflix doet het al jaren beter - vond ik geen diepgang in de vraag of het überhaupt zou kunnen; je geest IS je lichaam, je lichaam IS je geest, hoe kun je die scheiden. In de uitwerking leek niets erop te duiden dat de geest van vader contact zou hebben met andere geesten. Maar hoe dan wel met de dochter? Een 'deelnemer' aan het programma was daarvoor uitgekozen 'omdat hij zoveel kennis had over het Holoceen'. Maar die kennis veroudert zodra hij is geüpload. Bovendien kan die geest geen onderzoek meer verrichten, en zakt dus weg. Als hij al zelfstandig zou kunnen bestaan. En wat doe je zonder peergroup? Wat een afschuwelijk vooruitzicht. Halverwege krijgt vader spijt, omdat dochterlief niet wil uploaden, en wil uitgeschakeld worden. Dat zou dan dochter moeten doen. En die wil niet. Toen werd het me te veel onzin, en ben ik uit de opera weggelopen. Mede omdat de muziek die erbij werd gepresenteerd mij niet aansprak: typisch Van der Aa zanglijnen, heb je er één gehoord dan heb je ze allemaal gehoord. Wel een aardig slagwerk van tijd tot tijd. Achteraf las ik dat NRC, Trouw en Telegraaf laaiend lovende recensies hebben geschreven. Ik verveelde me rot.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten