Volgers

dinsdag 2 juli 2019

Blond Eckbert

Het viel niet mee vandaag, mijn rug protesteerde volop. Dus toen ik naar Pilates ging, heb ik aangegeven dat ik me zou inhouden als het niet lukte. Toch kon ik wel wat oefeningen meedoen, en het hielp ook wel een beetje. Verder hield ik me rustig, heb wat achter de vleugel gezeten maar met pijn in de rug concentreer ik me niet zo goed. Een klein ommetje lukte ook nog wel. Daarna wilde ik alleen maar zitten, en dan kun je lekker bridgen. Deze keer met Eef: overdag, dat vond hij mal.
Voor 's avonds had ik een kaartje voor 2 opera's op het Conservatorium Amsterdam. Omdat fietsen en zitten wel lukt, ging ik er heen, zij het alleen voor het eerste stuk: Blond Eckbert, van Judith Weir, een Schotse. De andere opera is A Dinner Engagement van Lennox Berkeley, die ga ik morgen beluisteren.
Het thema van Blond Eckbert lijkt niet zo te passen bij deze tijd. Het is gebaseerd op een op en top romantisch verhaal, dus veel lijden en onbegrip. Een gelukkig echtpaar eenzaam in een bos, een geheim, jaloezie op een bezoekende vriend - een moord. Eckbert, de moordenaar, wordt half gek, ontsluiert het geheim, en sterft krankzinnig.
Maar het bijzondere ervan is toch de link met het heden, in elk geval het onderwerp dat bij Eef en mij nogal wat emoties doet opwaaien - halfjes. Halfjes zijn donorkinderen, die elkaars halfbroer of halfzus zijn, zo noemen ze zichzelf. De belangrijkste reden dat deze kinderen hun donorvader willen kennen is, dat ze behoefte hebben aan kennis over hun afstamming. Een daaraan gerelateerde reden, hoewel niet zo erg op de voorgrond, is de angst dat je zonder het te weten verliefd wordt op je halfbroer of halfzus. Dat kan zomaar gebeuren, als je niet weet dat er die familieband is, dat is in de praktijk wel gebleken. Het Westermarck-effect geeft aan dat er geen of vrijwel geen sexuele aantrekking ontstaat tussen verwanten die met elkaar opgroeien. Maar gebeurt dat niet, dan kan de aantrekking extra heftig zijn. Dat heet dan weer het GSA-syndroom. Zo ook in deze opera. Aan het eind blijkt, dat alle broeierigheid mede is veroorzaakt doordat Eckbert en zijn echtgenote Berthe (nomen est omen) halfbroer en halfzus blijken te zijn.
Het stuk zou worden gedirigeerd door Ed Spanjaard, maar degene die er stond leek de 18 niet gepasseerd en had een kop met rood haar. Dat zal dan toch wel die Fergus geweest zijn die voor de volgende dag stond geprogrammeerd. Regisseur Chevara had er een pracht stuk van gemaakt. Met weinig requisieten wist hij een sfeertje op te roepen dat recht deed aan de onontkoombaarheid van het verhaal. Berthe bijvoorbeeld vertelde over haar jeugd. Ze leek in trance, en liep rond. Maar niet over de grond: er stonden slechts een tafel en drie stoeltjes uit een kinderklas in de vierkante zaal. Daar liep ze overheen. Bij elke stap werd het achterste stoeltje door een medezanger voor aan de andere twee geplaatst, de leuningen steeds om en om. Heel effectief! O ja, dat vergat ik nog te zeggen, ze zongen allen volleerd, als professionals.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten