Volgers

dinsdag 15 oktober 2019

De operaklas

Vandaag was er eindelijk weer eens tijd voor een beetje cultuur, uiteraard na een verfrissende pilatesles. Alhoewel? De invalster voor Debbie had problemen met de file, en kwam niet op tijd opdagen. Toen gebeurde er iets heel leuks: met een tiental enthousiastelingen organiseerden we onze eigen pilatesles.
Iedereen wist wel een paar oefeningen op te noemen, en ook kwam er wel een redelijke volgorde van de oefeningen uit. We moedigden elkaar aan, wezen op hoe je je schouders moet houden, je bekken moet kantelen enzovoort. Na ongeveer drie kwartier kwam eindelijk Eugenie binnen. Ze werd onthaald op een hartelijk Lang zal ze leven, want de lieverd had deze inval geaccepteerd op haar verjaardag. Voor degenen die al die tijd op haar hadden gewacht, begon ze gewoon met de les, en wij, het tiental, deden nog een kwartiertje mee. Daarna was het douchen, omkleden, en naar Amsterdam voor ons.
Het was bomvol in de Opera, er waren alleen staanplaatsen, en omdat Eef wat last had van een rugblessure die hij in de bus had opgelopen, ging hij weer weg. Ik bleef, en mocht een zevental solo aria's van Händel aanhoren, die echter waren gevat in een soort toneelstukje waarbij er werd gestemd in een stemlokaal, een koningin werd gekozen, vervolgens werd er door jaloerse gegadigden een flinke vechtpartij in gang gezet met messen, karateklappen en vuisten zwaaien waarbij uiteindelijk alle betrokkenen behalve de tenor dood op de trappen lagen. Pret! Want ook dat is opera, het acteren. En dat deden ze met verve, de leden van de operaklas van de NOB. Naderhand heb ik ze nog persoonlijk kunnen begroeten en bedanken, altijd leuk is dat.
Toen ik op weg ging naar de Hermitage, botste ik op Eef. Die kwam er net vandaan. Daarom gingen we toen maar samen naar het Rijks om de tentoonstelling Rembrandt en Velasquez te bekijken. Daar hingen enkele portretten uit privé verzamelingen, die we nog niet kenden, en ook was er een geestelijk werk uit een klooster te Sevilla dat nog nooit Spanje uit was geweest. Wel een somber werkje hoor, over de sterfelijkheid van de mens, geïllustreerd met de maden die uit het lijk kwamen kruipen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten